In de eerste helft van dit jaar waagden minder mensen de stap om een eigen bedrijf te beginnen. In augustus zijn ondernemers ook wat minder te spreken over de orderportefeuilles.
Na een sterke stijging vorig jaar, is het aantal starters van een eigen bedrijf in de eerste helft van dit jaar met twee procent gedaald tot circa 68.000. Dat meldt het economische bureau van ING maandag op basis van cijfers van de Kamer van Koophandel.
Minder starters groothandel, autorijscholen
De terugval was het grootst bij startende ondernemers in de groothandel (bijvoorbeeld handelsbedrijfjes in voedingsmiddelen of auto-onderdelen) en zakelijke dienstverlening.
Ook het aantal starters met bedrijfsopleidingen, sportscholen en autorijscholen nam af. Laagdrempelige sectoren als de horeca en de bouw waren wel populair in de eerste jaarhelft. Ook de industrie, zoals bijvoorbeeld meubelmakers of installateurs van machines en apparaten, trok meer starters.
Zakelijke dienstverlening meest populair
Het aandeel starters is nog altijd veruit het grootst in de zakelijke dienstverlening (34 procent), gevolgd door de detailhandel, bouw en gezondheidszorg (alle drie rond de 10 procent).
ING voorziet dat het aantal starters in heel 2014 uitkomt op ongeveer 126.000, zo'n 3000 minder dan vorig jaar. Vergeleken met het langjarig gemiddelde is dit volgens de economen echter nog altijd hoog.
,,Hoewel het aantal banen nog altijd niet voor het oprapen ligt, en er dit jaar nog geen zicht is op een aanzienlijke daling van de werkloosheid, zal de stijging minder sterk zijn dan vorig jaar'', stelt ING. Het aantal starters dat na studie of ontslag als zelfstandige zonder personeel (zzp’er) aan de slag gaat neemt in 2014 nog wel toe, maar minder sterk dan vorig jaar.
Ondernemers minder positief over orders
Uit een peiling van het Centraal Bureau voor de Statistiek bleek maandag verder dat het vertrouwen van ondernemers in de industrie is in augustus afgenomen. De indicator van het producentenvertrouwen is gedaald van 1,2 naar 0, wat betekent dat er nu evenveel optimisten zijn als pessimisten.
De daling van het producentenvertrouwen is vooral toe te schrijven aan een verslechterd oordeel over de orderportefeuille. Vorige maand waren ondernemers in de industrie daarover juist voor het eerst sinds juli 2011 weer positief gestemd. Ook is er meer somberheid over de productie in de komende drie maanden.
Duitse krimp raakt Nederland
De Nederlandse industrie exporteert vooral naar de ons omringende landen en daar hapert de economie. Alleen in het Verenigd Koninkrijk was sprake van een aanzienlijke groei in het tweede kwartaal. De Duitse en Italiaanse economie krompen en de Franse bleef gelijk in omvang. België had slechts een marginale groei.
Met name Duitsland is een belangrijke afzetmarkt voor Nederland. Het vertrouwen van de Duitse industriële producenten piekte in april en is daarna 3 maanden achter elkaar afgenomen. Dat is ook terug te zien in de industriële productie, waarvan de groei als sinds januari iedere maand is afgevlakt.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl